Bo Kramer is een geweldige rolstoelbasketbalspeelster geworden, en is klaar voor de volgende uitdaging

Gepubliceerd op 4 september 2025 om 13:00

Bo Kramer is uitgegroeid tot een van de boegbeelden van het Nederlandse rolstoelbasketbal. Met haar talent, inmiddels al een decennium bekend in de absolute wereldtop, vertelt ze haar verhaal vol passie, zelfreflectie en kracht. Haar grootste successen behaalde ze echter met het Nederlandse nationale team, waarmee ze een indrukwekkende erelijst verzamelde: brons op de Paralympische Spelen in 2016, goud in Tokio (2020) en Parijs (2024), tweemaal wereldkampioen (2018, 2022) en meervoudig Europees kampioen.

Een jeugdige droom die in duigen viel

Als kind droomde Bo ervan profvoetballer te worden bij Ajax. Die droom leek dichtbij, totdat het noodlot toesloeg. “Toen kreeg ik de diagnose botkanker in mijn rechterbeen. Ik wist vrij snel dat ik beter zou worden, maar ook dat ik nooit meer mocht voetballen. Dat was een harde klap. Niet sporten was geen optie. Ik kom uit een heel sportief gezin, dus ik moest iets nieuws vinden.”

Na zware operaties werd ze kankervrij verklaard. De omslag kwam toen ze tijdens een Paralympische talentendag kennismaakte met rolstoelbasketbal. “Dat was liefde op het eerste gezicht. Ik dacht meteen: dit wordt mijn nieuwe sport. Bij een nieuwe sport hoorde ook een nieuwe droom: naar de Paralympische Spelen. Die mocht ik in 2016 al waarmaken.”

Een sportief nest en de lessen van thuis

Het fundament van haar karakter werd gelegd in haar gezin. “Mijn ouders hebben altijd op hoog niveau gevolleybald. Ik was elk weekend in de sporthal, met ballen in de weer of met de cheerleaders aan het zwaaien. Ze hebben me nooit gepusht om ergens goed in te worden, maar wel altijd gezegd: kies iets wat je leuk vindt. Ik kon echt niet stilzitten, dus ze waren blij als ik naar training kon.”

Naast sportplezier kreeg ze ook levenslessen mee die haar tot op de dag van vandaag sturen. “Mijn ouders hebben me altijd geleerd: hoe harder jij werkt, hoe beter de uitkomst. Ik ben degene die bepaalt wat eruit komt. Daar ben ik dankbaar voor, want daardoor heb ik geleerd dat je doorzettingsvermogen en verantwoordelijkheid nodig hebt om dromen waar te maken.”

De eerste stappen in het basketbal

De eerste kennismaking met rolstoelbasketbal staat nog helder op haar netvlies. “Ik dacht: die bal gooi ik er wel even in. Ik raakte echter niet eens de onderkant van het netje. Je bent gewend je benen te gebruiken, maar dat kan in een rolstoel natuurlijk niet. Toch was het meteen leuk. Ik mocht rammen, rauzen en botsen, en daar genoot ik van. Mijn vader zei: ik zag je weer stralen. Dat was na al die jaren ziek zijn een geweldig gevoel.”

Niet lang daarna sloot ze zich aan bij DeVeDo in Ermelo. “Daar voelde ik me meteen thuis. Het team bestond uit twintig jeugdleden, allemaal kinderen met een beperking, maar allemaal bezig met sport en plezier. Ik kwam daar binnen in een warm bad. Het was een van de leukste tijden in mijn basketbalcarrière: puur plezier, veel wedstrijden, het hele land door met elkaar.”

Doorbraak in Oranje

In 2013 gebeurde er iets bijzonders: Bo kreeg een mail van de bondscoach. “Ik was aan het gillen en rende naar mijn moeder: ‘Mama, kijk!’ Maar ik durfde niet eens met de meiden te praten, zo onzeker was ik. Een jaar later, in 2014, mocht ik mee naar het WK in Toronto. We wonnen brons, mijn eerste medaille op een groot toernooi. Ik zat vooral op de bank, maar ik dacht: ooit speel ik ook zo’n belangrijke wedstrijd.”

Die droom werd sneller werkelijkheid dan ze had gedacht. Rio de Janeiro 2016 was haar eerste Paralympische Spelen. “Het was onwerkelijk. In Nederland speelde ik voor tien man publiek, daar voor 15.000. Dat vergeet je nooit.”

De weg naar goud

Het echte kantelpunt kwam in Hamburg in 2018. “We waren geen topfavoriet, maar we wonnen alles met overmacht. Voor het eerst wereldkampioen; dat gevoel dat je geschiedenis schrijft, dat is iets wat nooit meer verandert. Ik was onderdeel van het team dat dit voor het eerst voor Nederland deed.”

Daarna volgden successen in een stroomversnelling: goud op het EK in 2019 in Rotterdam, Paralympisch goud in Tokio (2020) en prolongaties van titels in Dubai (2022), Rotterdam (2023) en Parijs (2024). Over Tokio spreekt ze met een glinstering in haar ogen. “Toen ik die gouden medaille om kreeg, was het alsof er een film voor mijn ogen afspeelde. Alle bloed, zweet en tranen; het was het waard.”

Parijs voelde anders, zo vertelt ze openhartig. “De druk was zo hoog dat het eigenlijk niet leuk meer was. Het moment van goud was vooral opluchting, niet vreugde. Achteraf jammer, want ik had er meer van willen genieten.”

De kracht van het team

Wat is het geheim van dit Nederlandse team? Voor Bo is het antwoord helder. “Wij weten heel goed van elkaar wat iemands sterke en zwakke punten zijn, fysiek en mentaal. Als je dat van elkaar begrijpt, dan wordt het leuk en interessant. Afspraken nakomen, elkaar helpen, weten wat iemand nodig heeft; dat is onze sleutel tot succes.”

Meer dan alleen sport

Bo kijkt verder dan de medailles. Voor haar ligt de waarde juist in de mens die ze is geworden. “Ik heb mezelf mogen ontwikkelen tot een persoon waar ik trots op ben. Ik kan hard werken, ik kan zorgen voor de mensen om me heen. Topsport is soms egoïstisch, maar in een teamsport leer je heel veel voor de maatschappij. Dat neem ik mijn hele leven mee.”

Daarnaast studeerde ze fysiotherapie en werkt ze nu aan een master biomedische wetenschappen. Haar ambitie is even krachtig als haar sportdroom. “Ik wil iets terugdoen. Als ik een droom heb, geloof ik dat zelfvertrouwen de sleutel is. Ga er gewoon voor, ook al lijkt het onmogelijk. Dan kom je ver.”

Met een kast vol medailles, maar nog altijd hongerig naar meer, kijkt Bo vooruit. “We weten dat de concurrentie dichterbij komt. We gaan niet eeuwig winnen. Maar zolang ik speel, ga ik voor één kleur: goud.”

Haar doorzettingsvermogen, levenslust en liefde voor de sport maken haar tot een rolmodel; niet alleen voor sporters met een beperking, maar voor iedereen die in het leven obstakels tegenkomt. Of zoals ze zelf zegt: “Als je een droom hebt, begint het bij zelfvertrouwen. Denk: ik ga dit halen, kost wat het kost. Dan kom je ver.”

Dat Bo ver is gekomen, is absoluut gebleken!

Rating: 5 sterren
1 stem

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.